API staat voor Application Programming Interface. Een API is een software-interface die ervoor zorgt dat twee verschillende programma’s met elkaar kunnen communiceren. Een goed voorbeeld is een app. Wanneer een persoon een app gebruikt zal de handeling binnen de app worden gestuurd naar een tweede programma, de server, waarna deze server het verwachte resultaat van de handeling in de app terugstuurt. In het geval van diensten worden API’s veelal gebruikt om relevante informatie te communiceren.

Een Application Programming Interface heeft altijd een doel, zodoende kan of wil iedereen dezelfde API’s gebruiken. Dus de onderscheidende factoren die API’s onderling hebben maken de API’s zo interessant. Bij het bouwen van bijvoorbeeld een website kan een integratie snel door een API worden gekoppeld aan een betaalsysteem. Dit scheelt erg veel tijd.

Er zijn een drietal zeer populaire API’s. We noemen ze hieronder:

1. EAN/GTIN Database: Elk product in de EU heeft een EAN code. Wereldwijd is dit de GTIN code. Deze codes maken het gemakkelijk om basis product informatie te tonen.
2. Amazon API: Amazon heeft een eigen systeem met haar kopers en verkopers. Doordat er een optie is de Amazon API te koppelen aan het ontwikkeld systeem kan een verkoper zijn product via Amazon Marketplace Appstore aanbieden.
3. Open Food Facts API: Elke voedsel aanbieder is verplicht informatie te delen over ingrediënten, waardes en dergelijke. Hiervoor is er de Open Food Facts API. Met de API kan er informatie over voedingsmiddelen worden opgezocht en geïntegreerd. Met die technologie kan bijvoorbeeld automatisch het aantal calorieën van een samengesteld gerecht worden geregeld.

API gebruik in websites

Met API’s kan een website zeer gebruiksvriendelijk worden en meerdere diensten aan de bezoeker bieden. Zo kan er een geïntegreerd weerbericht worden getoond, is er een zoekvenster om hotels te zoeken, is er een locatie zoeker voor winkels en ga maar door. Met de juiste API’s is het goed mogelijk conversie optimalisatie te doen.